“De virtuele en reële wereld van het geld zijn allebei een fantasie aan het worden.” ,schrijft Peter de Waard in De Volkskrant van vandaag (p. 23) Alweer een sector, die lijkt bij te dragen aan de vervaging van de werkelijkheid, terwijl we toch – ik in ieder geval – zo’n behoefte hebben aan het helder onderscheiden van reëel en irreëel.

In de economische wereld is vrij plotseling het roer volledig omgeslagen. Van alle ballen op de markt, die zichzelf wel reguleert, is plotseling het credo van een sterke en investerende overheid de heersende trend geworden. Keynes is er een kleine jongen bij, als je ziet welke astronomische bedragen in de economie worden gepompt. Over bezuinigingen – toch jarenlang het mantra in de wereld van politiek en bankbeleid – hoor je niemand meer. De overheid kan en mag volgens de nieuwste monetaire inzichten zoveel geld creëren als nodig is. Alle geldsluizen worden prompt wagenwijd open gezet. De oorzaak is duidelijk: het sluipende en onzichtbare coronavirus is niet alleen een bedreigend wereldwijd gezondheidsrisico, maar ook een vernietiger van economische bedrijvigheid.

We leven daardoor in een razendsnel cashloos wordende samenleving. Geld gebaseerd op een getal op een bankrekening en het vertrouwen dat een plastic pasje kan worden gebruikt om dingen te kopen. We kennen al jaren de crypto-valuta, zoals bitcoins, zonder een gereguleerde markt en zonder een toezichthouder. Onzichtbaar in alle opzichten, als een virus, en er valt al helemaal niet te bepalen hoe zich deze munt verhoudt tot het vertrouwen van de consument. Er wordt serieus in belegd, waardoor de waarde in korte tijd is verviervoudigd. Veel deskundigen hebben al geen idee, hoe het werkt en wat de toekomst in petto heeft voor de crypto-valuta. Hoe kan ik er dan nog chocola van maken? Ook deurwaarders kunnen immers failliet gaan. Serieuze beleggers, aldus Peter de Waard, zijn er door in onstuur: “Ze kunnen het onderscheid tussen de virtuele wereld – de fantasiewereld – en de reële wereld niet meer maken, omdat ook de reële wereld in een fantasiewereld van eeuwigdurend gratis geld is getreden”.

Eeuwigdurend gratis geld lijkt me een utopie. Bij mij wil dat er – op basis van common sense – niet in. “There’s no such thing as a free meal”. Maar waar zit de denkfout en wanneer keren we terug naar de reële wereld van dubbeltjes, kwartjes, euros en dollars, of op zijn minst in het vertrouwen dat ze echt bestaan en echt kunnen worden gebruikt om een circulaire economie te financieren, om klimaatdoelen te betalen, of de vervuiling van ons milieu op te ruimen? Of gaan we dat zonder geld doen? Als het om fantasie gaat, is alles mogelijk.