Mogen we bij de beschrijving van een voorbij leven, waarbij we het leven van de hoofdpersoon niet los kunnen zien van de tijd, waarin hij/zij leefde, de innerlijke wereld, de individuele psychologie, weglaten? Zijn historici wel in staat een inzicht te verlenen in een innerlijk leven van hun hoofdpersoon? Die persoon leefde immers niet, of meestal niet, in de tijd van de schrijver en kon niet op de bank van de psycholoog getuigen over zijn ziel en zaligheid. In het voorwoord bij de eerste druk (1938) van hun Erflaters van onze beschaving. Nederlandse gestalten uit zes eeuwen schrijven Jan en Annie Romein, dat zij een biografie zien als “een reeks betrekkingen tussen mensgroepen onderling, die hun laatste basis vinden in de wijze waarop zij zich hun levensonderhoud verschaffen en de psychologie zien als de leer van de wijze waarop de enkeling – tevens groepslid – die betrekkingen bindt en ontbindt en er zichzelf mee bouwt…”(9e dr., 1971, p.5). Op die fundering, die ze zowel nationaal, als marxistisch noemen, schreven ze 36 opstellen – korte biografieën – over Nederlanders van bijzondere statuur en gaven ze tevens te kennen, dat deze schetsen een uitbreiding en verbreding beoogden van hun De Lage Landen bij de zee (1934). De combinatie van beide leverde een beeld op van voorbije tijden en de rol van individuen daarin
In mijn ogen is er sprake van mooie, afgeronde opstellen over personen uit de Nederlandse geschiedenis, die vaak worstelend met hun tijd, deel uitmaakten van een brede samenleving, er de invloed van ondergingen en er aan bijdroegen. Gebeurtenissen, studies en overpeinzingen maakten er altijd deel van uit, als kon de psychologische diepte soms onvoldoende worden gevonden door gebrek aan bronnen. De term erflaters is mooi gekozen, omdat het draait om wat deze lang tot stof geworden levens hebben nagelaten aan ons. Waaruit bestaat de erfenis van deze voorouders? Het begrip erflatersmentaliteit kwam ik onlangs tegen in het recent verschenen boek van filosoof Roman Krznaric, De goede voorouder. Langetermijndenken voor een kortetermijnwereld (2021). Krznaric hanteert het begrip erflatersmentaliteit niet in een historisch-biografische zin, maar als een door hem noodzakelijk geachte denkwijze over de toekomst. Een interessante gedachte, die er voor pleit, dat we verder vooruit moeten denken, dan het nalaten van erfenissen en vastgoed aan onze kinderen, of kleinkinderen, maar dat we ons tevens moeten bekommeren om de wereld, waarin zij en toekomstige generaties moeten leven. Allemaal indachtig het idee, dat we de wereld niet geërfd hebben van onze voorouders, maar dat we hem in leen hebben gekregen van onze nazaten en de generaties die na ons komen. In hoeverre hebben onze voorouders dat ook gedaan, vraag je je dan af. Of zijn wij de eersten, die dat (zouden moeten) doen?
Volgens Krznaric zit de erflatersmentaliteit in de universaliteit van het menszijn. Het is een mentaliteit van alle tijden en alle culturen. We hebben het in onze natuur om ver vooruit te plannen en ons een beeld te verschaffen van de generaties die na ons komen. Net zoals we het in onze natuur hebben om empathisch te zijn. We moeten die empathische kwaliteit op willen brengen en als het ware uit willen rekken naar onze verre nazaten, het liefst zeven generaties vooruit denken en op die basis in het heden beslissingen nemen. We moeten toekomstige generaties een stem geven in onze beslissingen in het heden.
Op het eerste gezicht een onmogelijke en daardoor enigszins waanzinnige gedachte, maar als we denken aan de kathedralenbouwers, de Sagrada Familia in Barcelona en de hunebedbouwers beseffen we dat de mensen uit ons verleden ooit aan iets begonnen, dat hen zelf verre zou overstijgen en overleven en dat ze dat bij volle bewustzijn en opzettelijk deden. Waarom zij wel en wij dan niet?. Beslissingen over klimaatopwarming, kernafval, gezondheidszorg, een circulaire economie, het schoon maken van de oceanen en sociale ongelijkheid, die we in het hier en nu nemen, hebben gevolgen voor mensen die nog geboren moeten worden. Doen we niets, onvoldoende, of nemen we foute beslissingen, dan zadelen we de toekomst op met het grote falen van onze eigen tijd.
In de kranten komen we vaker ideeën en meningen tegen, die op het eerste gezicht nogal krankzinnig over komen. Er verschijnt een boek, waarin de schrijver pleit voor het geven van een stem aan planten, dieren en rivieren, er bestaat rechtspraak die varkens en koeien als belanghebbenden erkent; de Britse tuincultuur wordt elitair en racistisch genoemd ( In De Volkskrant van 18 januari wordt de Engelse hoogleraar, Corinne Fowler geciteerd: “Het catalogiseren van planten, zo stelt de academicus, vertoonde overeenkomsten met de rassenleer.”); moet een postduif uit de VS die 13000 km naar Australië overbrugde, voldoen aan de strenge coronaregels van dat land, die import van levende dieren verbiedt? (De Volkskrant, 16 januari, citeert de vice premier: “Als Joe (de duif is naar Joe Biden vernoemd, hk) is binnengekomen op een manier, die in strijd is met onze strenge veiligheidsregels heeft hij pech gehad. Dan is het: vlieg terug naar huis, of aanvaard de consequenties”.). De duif blijkt overigens helemaal niet uit de VS te zijn overgevlogen – de pootring was vervalst en het signalement klopte niet – maar het is, hoe absurd ook, een voorbeeld van het geven van een stem aan een dier, zoals de planten in Britse tuinen een verhaal vertellen van elitarisme en racisme. Absurder kun je het op het eerste oog niet verzinnen. Het zal dan ook veel mensen sceptisch maken voor het idee van Krznaric, want ook voor hem geldt dat het langetermijndenken rekening moet houden met de flora en fauna. Wat zullen toekomstige generaties van ons denken als hun erflaters het hele tropische regenwoud hebben weggekapt, terwijl ze wisten, dat het regenwoud voor het voortbestaan van de mens op aarde van levensbelang was?
Het is in dit verband interessant om in eerste instantie naar het verleden te kijken. Harari is een toonaangevende historicus in onze tijd, die in zijn veelgelezen Sapiens de prehistorische overgang van een jagers-verzamelaarssamenleving naar een boerenbestaan, ook wel “neolithisering” genoemd, “de grootste zwendel van de geschiedenis” noemde. Er is zoveel ellende uit voortgekomen ( honger, ziekten, onderdrukking, ongebreidelde bevolkingsgroei, het exploiteren van de natuur, uitroeiing van plant- en diersoorten, ongezonde steden, overbevolkte staten en ga zo maar door) dat zijn oordeel over onze prehistorische voorouders uiterst negatief uitvalt. Om tot zo’n oordeel te kunnen komen, moet hij zich feitelijk bezighouden met de erflatersmentaliteit van de prehistorische mens en kunnen aantonen dan hun handelingen daartoe bewust en opzettelijk zijn ondernomen. Zwendel immers is een bewuste wilsuiting, die niet onbewust en onbedoeld wordt ondernomen.
Zoomen we in op wat we van deze vroege boeren weten, bijvoorbeeld de boeren die in Drenthe hunebedden bouwden, dan valt er over hun tijdsbesef in historische en futuristische zin wel het een en ander op te merken, dat zich tegen het harde oordeel van Harari verzet. Hunebedden zijn bewust en opzettelijk gebouwd, er was veel planning voor nodig en het bewustzijn dat de bouwwerken het eigen leven van de bouwers zou overstijgen. Ze zijn een statement in steen naar de toekomst gericht, naar toekomstige generaties, en tegelijkertijd een plaats waar de voorouders worden geëerd en het verleden wordt bewaard en gekoesterd. Er was dus wel degelijk sprake van wat we nu een erflatersmentaliteit zouden noemen. Het is echter zeer onwaarschijnlijk, dat ze daarbij bewust gekoerst hebben op de opsomming van ellende, die er, volgens Harari, uit is voortgekomen. In de Erflaters van onze beschaving hebben de beide Romeins geen hunebedbouwers opgenomen. Prehistorie was niet zo’n issue. Bovendien kennen we geen enkele hunebedbouwer bij naam. Ze zijn allemaal in het stof der geschiedenis verdwenen. Wat crematieresten en tanden spreken niet, hebben geen stem, zo min als planten, bomen en rivieren tot ons kunnen spreken.
Toch is het niet zo’n gek idee om in biografieën en historische studies aandacht te besteden aan Krznarics erflatersmentaliteit om op die manier een idee te krijgen, of die mentaliteit bewust en opzettelijk een onderdeel vormde voor de handelingen in het hier en nu van de hoofdrolspelers en hun volgelingen in voorbije tijden. Dat betekent dan ook, dat we een idee krijgen van wat nagestreefd en gelukt, of nagestreefd en mislukt is geweest en welke factoren we daarbij kunnen aanvoeren. De boeren die hunebedden bouwden kunnen we – om te beginnen – al niet meer van zwendel betichten, maar hoe zit dat in de toekomst met b.v. Trump? Een dominante vader, een ernstig vadercomplex, die geen loosers wenste te erkennen, met weinig empathische en sterk narcistische trekken kunnen we dan wellicht als kenmerkende achtergrondfactoren voor zijn presidentschap aanvoeren, zoals we al weken kunnen horen via de beelden en teksten van het ontketende CNN-nieuws, maar zal de geschiedenis hem vrijpleiten van zijn daden?
Daarmee raken we aan een andere kern van de erflatersmentaliteit van Krznaric. Het gaat om het begrip “goede voorouder” en daarin zit een moralistisch element nadrukkelijk opgesloten. Onze erflatersmentaliteit dient er op gericht te zijn om het goede te doen voor komende generaties en daarbij hebben we aan een moralistisch idee te voldoen: weten wat goed en fout is en daar vervolgens naar handelen. In de biografieën van onze erflaters is daarmee een oordelende behandeling van vergane levens onvermijdelijk. We zien dan ook altijd een moralistische component als onderdeel van een vergaan leven in de historische beschrijving ervan.
Terugkerend naar de Erflaters van Jan en Annie Romein, die ze in de periode 1934-1938 schreven, komen we verbanden en psychologische verklaringen tegen, die op zijn minst een impliciet oordeel in zich dragen. In het opstel over Johan de Witt ( “Ruwaard der vrijheid”) wordt de moord op de gebroeders de Witt in augustus 1672 als een klassieke noodlotstragedie beschreven. Ze spreken de grote waarschijnlijkheid uit van een complot, uitgevoerd in de onmiddellijke omgeving van het hart van de Republiek, het Binnenhof. De schutterij, die de broers moest bewaken, forceerde de deur van de Gevangenpoort, waarna de broers naar buiten werden gesleurd en gruwelijk afgemaakt door een verzamelde menigte. De Romeins betitelen deze gebeurtenis als “een eeuwige smaad” en “walgelijke moordlust”, waarbij sprake is geweest van een complot: de moordenaars zouden volgens dominee Simonides een dag later in een preek, niet gestraft, maar beloond moeten worden. Aanklager Tichelaer kreeg een jaargeld; schepen Van Bankhem werd Baljuw van Den Haag en zo meer. “Er was hier geen “grauw” Alle moordenaars zijn met naam en beroep bekend.” (p.395). Het verhaal doet sterk denken aan de bestorming van het Capitool in Washington op 6 januari 2021 door rechtsextremistische aanhangers van zittende president Trump, die hen daartoe zelf had opgeroepen. Het is inmiddels overduidelijk geworden dat de “domestic terrorists” uit waren op de scalps van Nancy Pelosi en vice-president Mike Pence. Het onderzoek van de FBI naar de gebeurtenis strekt zich nu niet alleen uit tot de identiteit (naam, adres, woonplaats) van de bestormers, maar ook tot oproepen daartoe van vooraanstaande politici, een dolgedraaide advocaat, die opriep tot “Trial by combat” en de uitlatingen van de president zelf. Trump riep in een speech op om naar het Capitool te trekken en van de verkiezingsnederlaag een verkiezingsoverwinning te maken door Republikeinse partijgenoten bij te staan in hun verzet tegen het wettig verklaren van de verkiezingsuitslag. Hij zou zelf ook meelopen, zo beloofde hij, maar uiteindelijk ontbrak het hem kennelijk aan de moed daartoe. Kort voor de inauguratie van het nieuwe presidentiële koppel Biden/Harris strekt het onderzoek zich ook uit tot de betrouwbaarheid van individuele leden van de Nationale Garde, het vrijwilligersleger dat de orde moet handhaven. In 1672 was het zilversmid Verhoef, lid van de schutterij, die de Gevangenpoort openzette en de gebroeders De Witt naar buiten liet sleuren. Hij werd later door admiraal Tromp (sic!) aanbevolen voor het werven van vrijwilligers.
Aan oordelen en veroordelen ontkomen we in dit soort gebeurtenissen niet. Maar de kern zit in ons morele kompas van het moment. Trump veroordelen we, vanwege zijn aanzetten tot de bestorming van het Capitool om uiteindelijk een autocratische regering te vestigen en de democratie om zeep te helpen; Navalny, de bijna vergiftigde oppositieleider in Rusland, die zijn aanhangers oproept om de straat op te gaan en te protesteren tegen zijn arrestatie door het regime van Poetin wordt bejubeld. Het verschil tussen beide is een moreel oordeel. Het morele gelijk van degene die de moed heeft voor het goede te kiezen, ook als dat de eigen veiligheid ernstig in gevaar brengt. Geen egoïstisch narcisme , maar empathisch altruïsme. Goed doen zonder er op te mogen rekenen, dat dat beloond wordt, dat je dan automatisch ook goed zult ontmoeten. Het is één van de basisprincipes onder de oproep van Krznaric om ook toekomstige generaties een stem te verlenen in de besluiten die we hier en nu nemen. Maar zonder moreel kompas zal ook dat niet gaan. We kunnen bewonderend kijken naar Gaudi, die de Sagrada Familia ontwierp, ondanks dat hij wist dat hij de voltooiing ervan niet zou beleven; we kunnen goedkeurend instemmen met de aanleg van riolen in beton na de “Big Stinck” van Londen (1850), waarvan tot op heden wordt geprofiteerd, maar het wordt toch anders als we het voorgenomen duizendjarige rijk van de nazi’s, waarin Europa door de Duitsers zou zijn veroverd en waarin zoveel mogelijk joden zouden zijn uitgemoord, als een goede erflatersmentaliteit zouden aanmerken.
Een moreel kompas wordt ons aangereikt door de wetgeving die we gezamenlijk maken, door de inrichting van onze instituties, die toezien op naleving van de afspraken en door de volkswil middels democratische verkiezingen. Het helpt daarbij mee , als we er in slagen complottheorieën met feiten te kunnen staven, of verwerpen. Het zegt nogal wat, dat 62 rechtzaken ten spijt, geen bewijzen zijn geleverd voor verkiezingsfraude in de VS. Voor een wereldwijd opererend pedo-netwerk o.l.v. Hillary Clinton vanuit een New Yorkse pizzatent ( het Qanongeloof) is al evenmin bewijs. Dat Trump-advocaat Gulliani zijn beschuldigingen van verkiezingsfraude deed vanaf een parkeerplaats voor een pizzatent is natuurlijk niet toevallig. Laten we zo naïef niet zijn. Het was een duidelijk signaal naar al die mensen die in de meest waanzinnige complotten geloven.
Feiten tellen en doen er toe. Trump heeft de bestormers van het Capitool geprezen ( “we love you” ) en echte patriotten genoemd. We zullen zien in hoeverre het Amerikaanse systeem in staat is zichzelf te zuiveren, vast stellen wat er mis ging en de hoofdrolspelers voor de rechter te brengen. Zo’n oordeel dient uiteindelijk geveld en kan niet wachten op historici in de toekomst, die ongetwijfeld een oordeel zullen vellen over de erflatersmentaliteit van onze generatie. De korte termijn van een mislukte staatsgreep zou daarbij wel eens kunnen ondersneeuwen bij de inspanningen voor de langere termijn om pandemieën het hoofd te bieden, maatregelen in te voeren om de kernafvalproblematiek op te lossen en de opwarming van de aarde onder ogen te zien en er naar weten te handelen. Misschien moeten we Christiaan Huygens als erflater hoger aanslaan dan zijn tijdgenoot Johan de Witt, omdat hij meer voor de toekomst heeft betekend, dan de raadpensionaris van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, die door een stadhouder/koning ( Willem III) werd opgevolgd.
Een moreel kompas kan heel verschillend uitpakken. In Nederland anno 2021 heeft een voormalige minister ( Lodewijk Asscher, PvdA) zijn huidige functie als lijstrekker neergelegd, omdat hij zich (mede)verantwoordelijk voelde voor het fiasco van de toeslagenaffaire. Vervolgens trad het hele kabinet af vanwege dezelfde medeverantwoordelijkheid, maar blijft de demissionaire premier wel lijsttrekker van zijn partij ( Mark Rutte, VVD). Een verschillend moreel kompas, waar het oordeel wordt voorgelegd aan de kiezer over twee maanden.
Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de toekomst niet ( aan), om maar met een hanteerbaar moreel kompas te eindigen.
Recente reacties