Pieter is iemand die ik niet ken. Ik ken wel Pieters, maar deze niet Ik ben wel nieuwsgierig naar hem. Dat zit zo. In de rubriek ’Ingezonden Brief’ in ons plaatselijke huis-aan-huis blad Week in Week uit ( 26 januari) staat een epistel van Pieter. Onder het ingezonden stuk staat “Pieter, Valthermond, 84 jaar, 17 januari 2021”. Ik denk dat het zijn voornaam is. Er zijn veel Pieters op de wereld , maar veel minder met Pieter als achternaam. We gaan er dus maar van uit, dat we zijn achternaam niet kennen.. Pieters stuk is getiteld: “Waarom ouderen beter NIET kunnen gaan stemmen op 17 maart”. Let ook even op de hoofdletters in de titel. Pieter kent dus de Caps Lock op zijn toetsenbord. Voor het stuk zijn zo’n 500 woorden gebruikt, wat er op zou kunnen duiden dat Pieter op de hoogte is van de gebruikelijke omvang van een ingezonden stuk, dat een krant maximaal daarvoor wil inruimen. Pieter heeft dus wellicht vaker een ingezonden stuk geschreven naar een krant. Maar het kan ook toeval zijn.
Pieter, zo kunnen we uit zijn leeftijd afleiden, was nog een kind in de oorlog en heeft hooguit tot 1995-2000 gewerkt, want toen was het nog gebruikelijk, dat je ofwel op je 65ste, dan wel na 40 jaar gewerkt te hebben, met pensioen ging. Na de oorlog heeft hij onderwijs gekregen, misschien nog een jaartje ín de oorlog. Ongetwijfeld heeft hij een goede opleiding gehad met zeer behoorlijk vervolgonderwijs, want Pieter schrijft goed en geeft blijk van niet alledaagse kennis: over prehistorie, over Darwin, over wetgeving voor ouderen, over politiek en over stakingen van boeren en ‘gele hesjes’. De inleiding van zijn brief is al veelzeggend: “Lange geleden, toen onze verre voorvaderen nog jagers en verzamelaars waren, werden stamleden, meestal ouderen, die het tempo niet konden houden, noodzakelijkerwijze, achter gelaten op de steppe. Darwin zou zeggen, dat was noodzakelijk voor de in stand houding van de soort, het was geen discriminatie. Die barre tijden liggen gelukkig ver achter ons”. Let wel, Pieter schrijft niet het tempo bijhouden, maar het tempo houden, wat er op zou kunnen duiden, dat hij in een dialect-omgeving in het Noorden is opgegroeid. Interessant is ook dat hij onmiddellijk het woord discriminatie noemt. Het achterlaten van ouderen op de steppe noemt hij noodzakelijk en hij vindt het maar gelukkig, dat dat in onze tijd niet meer nodig is. Is Pieter een aanhanger van Darwin, of juist niet? Als je zijn statement zou omkeren, krijg je misschien een idee: iemand achterlaten op de steppe, als het niet nodig is voor de in stand houding van de soort, is wel discriminatie. Zou Pieter dat bedoelen?
Iets verderop krijgen we al wat meer duidelijkheid. Pieter geeft aan, dat ouderen van 70 jaar of ouder elke vijf jaar een nieuw rijbewijs moeten aanvragen ( voor jongeren geldt tien jaar, hk) ‘na een dure medische keuring’. Volgens Pieter gaat het om de verkeersveiligheid en de maatregel heeft “darwinistische trekjes”. Om de soort in stand te houden? Of uit noodzakelijkheid? We moeten er naar raden. Pieter raakt een beetje verstrikt in zijn redenering, maar ik hou het er op, dat darwinistische trekjes hem niet echt aanstaan. Zou hij christelijk zijn opgevoed? Staat Darwins ‘survival of the fittest’ hem eigenlijk niet aan? Pieter is in ieder geval van mening dat het keuren voor een rijbewijs voor ouderen een gemeenschapsbelang is, wat de oudere dus niet zelf, maar de gemeenschap zou moeten betalen. Dat is echter niet het geval. Pieter: “Het voelt als een straf op het ouder worden”. Je reinste leeftijdsdiscriminatie en Pieter is daar heel duidelijk over: Dom! Opnieuw schakelt hij de Caps Lock in: “In de zorg hebben onze volksvertegenwoordigers de minister gevraagd af te zien van het wettelijk vastleggen van een VERBOD op selectie aan het ziekbed”. Vooral “onze volksvertegenwoordigers” wekt de interesse. Wie rekent Pieter daar toe en wie niet?
Goed geïnformeerd is Pieter zeker. Hij leest natuurlijk het huis-aan-huis blad , maar volgt het nieuws vermoedelijk ook in de media en mogelijk via een dagblad. Een ‘Nee bedankt-sticker’ zal hij vermoedelijk niet op zijn brievenbus hebben geplakt. Tegen leeftijdsdiscriminatie betekent voor Pieter, dat hij niet zal stemmen op de Christen Unie ( “Volgens Segers cs moet de jongere voorgaan”.) Let ook even op dat ‘cs’, afkorting voor ‘cum suis’, een niet alledaagse aanduiding voor “en de zijnen”. Ik schat dat Pieter hoogopgeleid is, want ook verderop gebruikt hij een Latijns begrip ‘res nullius’, een zaak van niets, van geen belang, als hij het heeft over mensen die zich laatdunkend over senioren uitlaten. Zou Pieter op het Gymnasium hebben gezeten? Dan toch in Emmen, Groningen, of Leeuwarden. Geen Christen Unie en ook geen VVD, denk ik. Pieter heeft het niet zo op zelfzuchtige bankiers, egoïsme en op Rutte, die onwaarheid vertelt, als hij zegt, dat iedereen er per saldo op vooruit gaat. Wel is Pieter een verantwoordelijke democratische burger, of in ieder geval tot op heden geweest: “Ik heb nog nooit niet gestemd”.
Leeftijdsdiscriminatie is voor Pieter een heel principieel punt. Dat blijkt, als hij een enigszins abstract, nauwelijks voor te stellen en daardoor enigszins theoretisch voorbeeld beschrijft om te onderstrepen, waarvan hij overtuigd is: “geen discriminatie, noch naar jong, noch naar oud”. Stel, betoogt Pieter, dat twee ambulances onderweg zijn met ieder een doodzieke corona-patiënt naar slechts één beschikbaar ic-bed. Wat dan? Komisch is zijn vergelijking zeker. In de ene ambulance ligt een 40-jarige met obesitas ( die zijn medische keuring niet zelf hoeft te betalen, hoor ik Pieter als het ware brommen, maar hij zegt het niet) en in de andere ambulance ligt Pieter zelf, denk ik, want hij heeft het over “een bejaarde die anderszins nog in goeden doen is” (een bejaarde is dus kennelijk enerzijds niet in goede doen, om het eenvoudige feit, dat hij een bepaalde leeftijd heeft bereikt). Wie er het eerst is, mag naar de ic, aldus Pieter ( “wie het eerst komt, het eerst maalt”). We zien het al voor ons: twee ambulances racen in een soort Formule 1-wedstrijd over de Nederlandse snelwegen. De ic-arts staat al klaar met de finishvlag. Maar niettemin: punt gemaakt, Pieter.
Maar waarom moeten ouderen niet gaan stemmen op 17 maart? Pieter komt op stoom en vliegt daarbij hier en daar wat uit de bocht. Hij is kwaad en dat merk je aan zijn stijl van redeneren. Pieter wordt ongeduldig. Eerst constateert hij dat 20% van de bevolking uit ouderen bestaat en dat ze samen goed zijn voor 30 zetels. Eenheid? Ho, maar!. De leiders gaan in de kortste keren vechtend over straat. Waarschijnlijk heeft Pieter de perikelen rond 50+ en haar fractieleider , partijvoorzitter en overige leden op het oog, die regelmatig – uiteraard met de beste bedoelingen – wisselen van partij, of weer een nieuwe partij oprichten. ( Overigens wordt 50+ eerder tot het rechtse dan het linkse volksdeel gerekend). Pieter komt er niet helemaal meer uit. “Velen van ons echter zijn blijven stemmen op politieke partijen van onze keuze”. Pieter kennelijk niet. Hij lijkt te zijn geswitched, waarschijnlijk naar een Ouderenpartij, maar is nu door al dat geharrewar het spoor wat bijster geraakt. Pieter zweeft. Ouderen zijn niettemin in het parlement vertegenwoordigd, dus , zo meent Pieter, hoeven de andere politieke leiders zich niet veel meer van de ouderen aan te trekken. Wat denkt Pieter hier tegen te kunnen doen? Hij demonstreert niet, heeft geen tractor ( is dus geen boer), noch een bulldozer, zelfs geen geel hesje.
Nu komt het duveltje uit het doosje. Ouderen hebben stemrecht natuurlijk en als ze nou eens allemaal niet gingen stemmen? Niet omdat ze geen corona-besmetting willen oplopen, maar om een statement te maken. Pieter voelt zich niet gehoord en niet serieus genomen. Hij ziet het als volgt voor zich “Als wij ouderen gezamenlijk wegblijven bij de verkiezingen in maart, en, als na afloop door ons wegblijven zou blijken, dat coalities door collectieve zwakte, heel erg moeilijk te vormen zouden zijn, en nieuwe verkiezingen in het verschiet liggen, en dat als gevolg daarvan de leeftijdsdiscriminatie in de prullenbak verdwijnt, dan hebben wij met zijn allen veel bereikt”.
We leren Pieter hier kennen als iemand die veel heeft nagedacht en een redenering kan opzetten met maar liefst vijf voorwaarden. Wel heel veel als dit, dan dat. Er is geen spelt tussen te krijgen, maar logisch is het niet: niet stemmen om nieuwe verkiezingen af te dwingen ( Wat dan? Weer niet stemmen?) Vreemd komt ook de veronderstelling over dat je het beste gehoord wordt, als je je stem niet laat horen. Niet persé een logische redenering. Maar aan de leeftijd ligt dat niet. Er zijn hele volkststammen jongeren die er minder doordachte opinies op na houden. Zo lezen we in dezelfde krant over een 29-jarige hovenier, met voor – en achternaam genoemd, die tegen de Avondklok is, want overdag kun je ook corona oplopen. Hij wenst iedereen wel een goede gezondheid toe. Onbedoelde humor is ontwapenend. Pieter kan er ook wat van en komt met de uitsmijter van de week : “Het voordeel van deze actie is dat je in tijden van corona er de deur niet voor uit hoeft te gaan.” Niks doen, thuisblijven, niet stemmen en toch veel bereiken. Hoe mooi wil je het hebben.
Of het onbedoelde humor is , of niet, doet er niet zo veel toe. Ik heb me er zeer mee vermaakt. Uit één brief kun je soms een aardige hoeveelheid biografische gegevens halen. Alsof je iemand een beetje hebt leren kennen. Pieter is me nader gekomen.
Nu zijn achternaam nog.
Recente reacties